Je niet begrepen voelen – ‘Zo bedoelde ik het niet’
‘Zo bedoelde ik het dus niet’, zei ze zuchtend terwijl ze een slokje van haar thee nam. Ze verzuchtte dit, omdat ze vertelde over een gebeurtenis waarbij een collega haar bericht had opgevat als veroordelend, maar zo had ze dat helemaal niet bedoeld. En dus voelde zij zich niet begrepen. Herken je dat? Dat mensen soms niet horen wat jij bedoelt te zeggen? Ligt dat nu aan jou of aan die andere mensen? Waarschijnlijk allebei, maar de ander kun je niet veranderen en jezelf wel.
Natuurlijk kan het zo zijn dat de ander ‘beschadigd’ is door ervaringen in de eigen jeugd, waardoor de ander hypersensitief is voor woorden die afwijzing en onveiligheid inhouden. Elke ervaring waar niet is voldaan aan de behoeften van een kind kan leiden tot deze hypersensitiviteit in de (jong)volwassenheid (niet te verwarren met hoogsensitiviteit wat aangeboren is).
Ook naar jezelf kijken…
Mogelijkerwijs ligt het niet begrepen worden dus bij de ander, maar… het kan heel goed zijn dat het ook bij jou ligt. Ongemerkt sluipt er namelijk heel vaak oordeel in onze zinnen, waardoor we niet begrepen kunnen worden. Dat is dan niet wat we willen en ook niet wat we bedoelen, maar wel wat we in feite doen. Als jij zinnen en woorden gebruikt waar een oordeel in ligt, zal de ander het ook snel horen als die afwijzing of onveiligheid en sneller getriggerd worden door de ervaringen uit het verleden.
Niet begrepen door verborgen oordeel
Neem de zin: ‘Ik vind het niet fijn dat je te laat bent, want ik wil graag op tijd beginnen. Wil je morgen op tijd zijn?’ Dat lijkt misschien een heel liefdevolle zin vanuit ‘jezelf’ gesproken (ik-boodschap) waarin je vertelt wat je voelt (niet fijn), waar je behoefte aan hebt (op tijd beginnen) en wat je graag zou willen (op tijd zijn morgen). Maar in het stukje ‘ik vind het niet fijn dat je te laat bent’ zit al de mogelijkheid om afwijzing te horen: ‘Oh, dus je vind mij slecht dat ik te laat ben gekomen? En dat terwijl mijn dochter net een ongeluk kreeg toen we de deur uit liepen vanmorgen en ze door een auto is geschept. Gelukkig mankeert ze niets, maar het kostte wel even tijd waardoor ik nu wat later ben. In plaats van dat je daar nu even naar vraagt, wijs je mij af!’
Dit is natuurlijk een fictieve situatie, maar het zou wel zo kunnen gebeuren. Je wilt de ander niet afwijzen, maar de ander ervaart jouw boodschap wél als afwijzing, omdat er een verborgen oordeel in zit. In ‘iets vinden’ zit namelijk een ‘mening’ en een mening is altijd jouw oordeel over een bepaalde situatie, gedachte of gevoel. Maar je bedoelt in dit geval alleen maar aan te geven wat je voelt (niet fijn) en toch hoort de ander het oordeel. En vervolgens voel jij je niet begrepen, doordat de ander denkt dat jij hem afwijst, terwijl je dat niet zo bedoelt.
De gevolgen van niet begrepen worden
Als jouw boodschap niet goed begrepen wordt, kan dat tot onenigheid leiden en ‘gedoe’. Nu bestaat het leven altijd wel uit ‘gedoe’ en helemaal over zal dat niet gaan, maar bepaald ‘gedoe’ is te voorkomen en dat doen we dan ook graag. En zeker als je houdt van harmonie, wil je graag dat de ander je begrijpt, zodat de sfeer goed en harmonieus blijft. Maar ook als je consciëntieus bent, wil je graag ‘goed’ communiceren en goed overkomen met je woorden en als je een meer inspirerend karakter hebt, wil je graag dat het gezellig blijft. En zelfs daadkrachtige mensen willen graag begrepen worden, want dat versnelt wel het proces. Hoewel deze laatste groep misschien het minst last heeft van ‘gedoe’ en daar ook wel weer een uitdaging in kan zien.
Maar in basis willen we de ander niet afwijzen en geen onveilig gevoel geven. We willen allemaal toch God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Daarvoor is dan wel belangrijk dat we oordeelvrij overkomen in onze communicatie. Het helpt dan als de ander wél begrijpt wat je bedoelt. Uiteindelijk levert niet begrepen worden ook stress en gevoelens van gekwetstheid op bij beide partijen. De één voelt zich gekwetst door de ‘afwijzing’ en de ander door het ‘niet begrepen’ worden.
Wie is verantwoordelijk?
Als christen zou het zo moeten zijn dat wij heel graag de ander willen liefhebben en onze communicatie zo aanpassen dat we ook overkomen zoals we bedoelen. We kunnen wel op het standpunt blijven staan dat de ander maar moet gaan werken aan zijn beschadigingen en het verwerken van zijn verleden, maar dat is in feite kinderlijk en onvolwassen gedrag. Als volwassen christen kun je ook naar jezelf kijken en zelf leren hoe je anders kunt communiceren.
tekst gaat onder afbeelding verder…
Van ‘niet begrepen’ worden naar ‘wel begrepen’ worden
Hoe halen wij het oordeel uit onze woorden? En hoe kunnen we Jezus’ opdracht om ‘niet te oordelen’ toepassen in ons eigen leven en spreken?
Feiten onder ogen zien
Begin eerst met het bedenken wat de feiten zijn. Wat is het ‘feit’ van de gebeurtenis waar jij graag iets over wilt zeggen? En wees daarbij zo concreet mogelijk. Feiten zijn bijvoorbeeld:
- Je bent 5 minuten te laat (in plaats van: je bent alweer te laat)
- Zojuist zie je dat je deze opdracht niet wilt doen (in plaats van: jij wilt ook nooit wat doen)
- Je kijkt elk kwartier op je telefoon (in plaats van: je kijkt de hele tijd op je telefoon)
- Elk half uur ga je een kwartier roken (in plaats van: je bent heel vaak aan het roken)
- Je hebt nog geen enkele keer goedemorgen gezegd (in plaats van: je bent niet sociaal en vriendelijk)
- Gisteren zei je dat je het vandaag af zou hebben en nu zeg je dat het je niet is gelukt (in plaats van: je had beloofd het af te hebben)
Je ziet hoe belangrijk het is heel precies en nauwkeurig te zijn in je feiten. Het moet helemaal kloppen en het bevat altijd concreet waarneembaar gedrag (alles wat je ziet, hoort, proeft, ruikt is waarneembaar). Zolang je overweegt wat de feiten zijn, hoef je nog niets te zeggen. Bij het volgende punt begin je eerst met vragen stellen vóór je iets gaat uitspreken naar de ander.
Informatie verzamelen
Ga daarna eerst, als je nog niet zoveel weet, verder met het verzamelen van informatie. Komt iemand te laat? Vraag dan eerst even wat er is gebeurt. Zegt iemand iets onaardigs en wil je daarop reageren? Vraag dan wat de ander bedoelt en waarom hij het op deze manier zegt. Als je vindt dat de ander a-sociaal reageert of handelt, vraag dan eerst even waar het vandaan komt.
Gebruik bij het verzamelen van informatie al de feiten die je hebt bedacht. Dan kun je zonder oordeel je informatie verzamelen. Dus niet: ‘Je had belooft het af te hebben, hoe komt het dat je het niet af hebt?’ Dan zit je namelijk al direct in het oordeel. Maar: ‘Je zei gisteren dat je het vandaag af zou hebben en nu zeg je net dat het je niet is gelukt. Wat is er gebeurd?’
Pas op met zinnen die beginnen met ‘waarom’! Vragen die beginnen met ‘waarom’ komen eerder veroordelend over dan zinnen die met ‘wat’ beginnen. Wat is er gebeurt? Wat maakt dat het niet is gelukt? Dat zijn zinnen die meer helpen bij het krijgen van duidelijkheid in goede harmonie.
Feiten en intentie aangeven
Nu ga jij aangeven wat je zojuist hebt gehoord en als het goed is, kun je het nu heel feitelijk houden. Zolang jij het super feitelijk en concreet houdt, zal je minder snel een oordeel verstoppen in je woorden.
Voorbeelden
‘Je bent 15 minuten te laat, doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg.’
Of: ‘Elk kwartier kijk je op je telefoon, omdat je op je werk een ontslagronde verwacht en je opdrachten graag goed wilt afleveren zodat jij wellicht mag blijven. Daarom probeer jij je aandacht te verdelen over twee zaken die je belangrijk vindt.’
Of: ‘Gisteren zei je dat je het vandaag af zou hebben en nu zeg je vandaag dat het je niet is gelukt. Je geeft aan dat dit komt doordat je gisteravond plotseling nog naar een feestje bent geweest en je je vandaag hebt verslapen waardoor je te weinig tijd had om het af te krijgen.’
Benoem dus wat je letterlijk hebt gezien, gehoord, geroken of geproefd én wat jij nu weet dat de intentie van die ander was of is. Je geeft daarmee niet alleen zonder oordeel weer wat er gebeurde, maar geeft tegelijk ook erkenning voor de intentie van de ander. En je laat zien dat je de ander hebt gehoord en dat je de ander ziet in zijn motivatie.
Het voorbeeld van dit artikel:
‘Je bent 15 minuten te laat, doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg. Gelukkig is ze ongedeerd.’
- Feit: 15 minuten te laat
- Intentie ander: dochter kreeg een ongeluk, maar is gelukkig ongedeerd
Eigen gevoel, behoefte en intentie vertellen
Vertel nu wat het met jou heeft gedaan zonder daar alsnog stiekem een oordeel in te verstoppen. Dit is voor veel mensen heel moeilijk. Veel mensen vinden het al lastig om de oordelen uit de feiten weg te houden en écht heel concreet en feitelijk te zijn. Maar het aangeven van onze gevoelens en behoeften is ook lastig, omdat we vaak niet hebben geleerd om daar over te spreken en we kennen de woorden niet meer. We kennen blij, bang, boos, bedroefd wel, maar alle nuances en andere emotie-woorden zijn vaak niet zo bekend. Vaak spreken we over quasi gevoelens die in werkelijkheid gedachten of gebeurtenissen zijn en niet over onze werkelijke gevoelens.
Voorbeelden
‘Als jij 5 minuten te laat komt doordat je je vanmorgen hebt verslapen, dan voel ik mij afgewezen.’ Dit is een voorbeeld van het benoemen van zo’n quasi gevoel. Je wordt namelijk afgewezen in jouw gedachten, maar ‘afgewezen’ is géén gevoel. Het is dus meer jouw gedachte over de situatie en niet je gevoel. Hoe voel jij je als je afgewezen wordt? Boos? Verdrietig? Gekwetst? Onzeker? Ongemakkelijk? Eenzaam? Machteloos?
‘Je bent 15 minuten te laat doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg. Gelukkig is ze ongedeerd, maar ik voelde me wel ongemakkelijk en onzeker…’ is al een beter begin van je communicatie.
Na je eigen gevoel mag je ook jouw behoefte en jouw eigen intentie vertellen aan de ander, zodat de ander ook begrijpt waar jij vandaan komt en waarom je zegt wat je zegt. Het gevaar daarbij is dat je stiekem weer een oordeel verstopt in je woorden. Bijvoorbeeld als je zegt: ‘Je zei gisteren dat je het vandaag af zou hebben en nu zeg je dat je het niet gaat redden doordat je gisteren naar een feest bent geweest en je je vanmorgen hebt verslapen. Dat frustreert en irriteert mij en zeker doordat jij er zelf iets aan kon doen. En ik vind dat je dat feestje maar had moeten overslaan. Ik wil namelijk graag dit project afronden, want ik heb ook een deadline bij de opdrachtgever.’
Het stukje waarin je zegt: ‘doordat je er zelf iets aan kon doen en ik vind dat je dat feestje maar had moeten overslaan’ zit vol oordeel en jouw mening. Je hebt wel een punt, maar het helpt je niet in de communicatie en je project gaat er ook niet sneller van af zijn.
Het voorbeeld van dit artikel:
‘Je bent 15 minuten te laat doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg. Gelukkig is ze ongedeerd, maar ik voelde me wel ongemakkelijk en onzeker en wil graag de aandacht van alle collega’s voor mijn presentatie, want ik vind dat ik iets van betekenis met jullie kan delen.’
- Feit: 15 minuten te laat
- Intentie ander: dochter kreeg een ongeluk, maar is gelukkig ongedeerd
- Gevoel: Ongemak en onzeker
- Behoefte: Aandacht
- Intentie mijzelf: iets van betekenis te delen hebben
Doe een verzoek
Eindig je communicatie met het doen van een liefdevol verzoek. Vraag de ander wat jij graag wilt dat de ander doet. Besef wel dat op een vraag ook een negatief antwoord kan en mag volgen! Een verzoek is geen oordeel vrij verzoek als jij een bepaald antwoord wil horen. Zowel een ‘ja’ als een ‘nee’ moeten ‘oké’ zijn voor je. Anders is het geen verzoek, maar een opdracht en de ander voelt dat direct. De ander ervaart een verlies van controle en grip en zal veel sneller zijn hakken in het zand zetten en in de weerstand komen.
Voorbeelden
‘Je zei gisteren dat je het vandaag af zou hebben en nu zeg je dat je het niet gaat redden doordat je gisteren naar een feest bent geweest en je je vanmorgen hebt verslapen. Dat frustreert en irriteert mij. Ik wil namelijk graag dit project afronden, want ik heb een deadline bij de opdrachtgever. De volgende keer zeg jij je feest maar af als je zegt dat je iets af kunt hebben.’
In dit voorbeeld lees je direct de ‘opdracht’. Het is duidelijk geen verzoek. Een verzoek zou kunnen zijn: ‘Wil je eerlijk zeggen wat je wel of niet kunt en vervolgens ook verantwoordelijkheid nemen voor wat je hebt gezegd?’
Voorbeeld van dit artikel:
‘Je bent 15 minuten te laat doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg. Gelukkig is ze ongedeerd, maar ik voelde me wel ongemakkelijk en onzeker en wil graag de aandacht van alle collega’s voor mijn presentatie, want ik vind dat ik iets van betekenis met jullie kan delen. Wil je een volgende keer even een kort bericht doen, zodra je beseft dat je het niet gaat halen?’
- Feit: 15 minuten te laat
- Intentie ander: dochter kreeg een ongeluk, maar is gelukkig ongedeerd
- Gevoel: Ongemak en onzeker
- Behoefte: Aandacht
- Intentie mijzelf: iets van betekenis te delen hebben
- Verzoek: Bericht sturen
Check je verzoek
Sluit je gesprek af met een check of je verzoek goed is begrepen en of de ander een idee heeft hoe hij daar invulling aan kan geven. ‘Hoe zou jij verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de belofte dat je het af krijgt?’ is zo’n check of de ander een idee heeft hoe hij dat kan doen. ‘Zou het jou misschien ook rust geven als wij er vanaf weten en jij je niet meer hoeft te haasten op zo’n moment?’ kan een vraag zijn om de ander te helpen beseffen dat je verantwoordelijkheid nemen niet betekent er zo snel mogelijk te zijn, maar het vooral open communicatie behelst.
Deze check is ook belangrijk om het gesprek te kunnen voeren over betere opties en mogelijkheden. Misschien geeft de ander aan niet aan je verzoek te kunnen voldoen om heel gegronde redenen. Bijvoorbeeld: ‘Ik denk op zo’n moment alleen aan mijn dochter en bedacht me pas dat ik hier te laat zou komen op het moment dat ik in de auto stapte om hierheen te rijden.’ Dat is heel plausibel en redelijk. Dit gesprek is dus belangrijk om samen tot een optie te komen die voor beide partijen bevredigend is.
Voorbeeld van dit artikel:
‘Je bent 15 minuten te laat doordat je dochter vanmorgen een ongeluk kreeg. Gelukkig is ze ongedeerd, maar ik voelde me wel ongemakkelijk en onzeker en wil graag de aandacht van alle collega’s voor mijn presentatie, want ik vind dat ik iets van betekenis met jullie kan delen. Wil je een volgende keer even een kort bericht doen, zodra je beseft dat je het niet gaat halen?’
‘Nou, ik heb helemaal niet gedacht aan dit overleg, omdat ik alleen maar met mijn dochter bezig was. Pas toen ik naar de auto liep om hierheen te komen dacht ik eraan.’
‘Zou je dan in ieder geval op dat moment even dat berichtje kunnen sturen? Dan weten we in ieder geval op dat moment waar we aan toe zijn.’
- Feit: 15 minuten te laat
- Intentie ander: dochter kreeg een ongeluk, maar is gelukkig ongedeerd
- Gevoel: Ongemak en onzeker
- Behoefte: Aandacht
- Intentie mijzelf: iets van betekenis te delen hebben
- Verzoek: Bericht sturen
- Check: Lukt niet, want aandacht voor dochter – Dan graag bericht zodra je het bedenkt.
FEIT + INTENTIE ANDER + GEVOEL + BEHOEFTE + EIGEN INTENTIE + VERZOEK + CHECK
Is het ‘niet begrepen’ worden dan nu voorbij?
Nee, helaas. Hoe goed jij ook communiceert en hoe zuiver je daarin ook bij de feiten en je eigen gevoelens en behoeften blijft, een ander kan tóch op een nare manier terug reageren. De ander kan je toch nog verkeerd begrijpen. Als de ander namelijk behoorlijk beschadigd is door het verleden, kan de ander zelfs in jouw gevoelens en behoeften een bedreiging ervaren. De ander is dan in basis al onveilig en zal zich nooit helemaal veilig kunnen voelen.
Het is dus wel belangrijk dat jij bij jezelf nagaat of je liefdevol hebt gecommuniceerd zonder oordeel en helemaal vanuit je eigen gevoel en behoeften. Maar als jij dat hebt gedaan dan kun je dus ook niet meer doen dan dat! Word je dan toch nog niet begrepen? Dan kun je dat loslaten en bij de ander laten.
Durf jij een situatie te delen waarin jij ook niet werd begrepen? Als je daar nu aan terugdenkt, wat zou je dan nu, na het lezen van dit artikel, anders doen? Wij zijn heel benieuwd naar je antwoord en tegelijk help je er ook anderen mee als je het hieronder opschrijft.
Klik op een ’tag’ voor meer artikelen.
Boekentip
De hartslag van de hemel – Linda Heemskerk- van Klaveren
In de drukte van alledag vergeten we soms om stil te staan bij wat we voelen. Dat past ook bij onze cultuur: we worden getraind om te leven vanuit ons hoofd. Dat is jammer, want ons gevoel is een krachtbron in ons leven, in ons geloof. In dit boek laat Linda je zien op welke manier je de basisemoties op een gezonde manier kunt laten functioneren in je leven. Je wordt uitgenodigd om te reflecteren op je eigen emoties en drijfveren, zodat je het ook meteen praktisch kunt maken.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!